student.uva.nl
Welke opleiding volg je?
UvA Logo
Welke opleiding volg je?
Colloquiumpunten

Presentatie Masterthese - Jasper Das - Klinische Neuro Psychologie

Colloquiumpunten

Presentatie Masterthese - Jasper Das - Klinische Neuro Psychologie

Laatst gewijzigd op 26-06-2025 17:12
De invloed van insomnie op het autobiografisch geheugen van patiënten met een depressieve episode.
Toon informatie voor jouw opleiding
Welke opleiding volg je?
of
event-summary.start-date
01-07-2025 11:00
event-summary.end-date
01-07-2025 12:00
event-summary.location

Roeterseilandcampus - Gebouw G, Straat: Nieuwe Achtergracht 129-B, Ruimte: GS.04. Vanwege beperkte zaalcapaciteit is deelname op basis van wie het eerst komt, het eerst maalt. Leraren moeten zich hieraan houden.

Depressie is de meest vastgestelde psychologische stoornis in volwassen mensen. Ondanks deze prevalentie is er weinig onderzoek gedaan naar de invloed die de symptomen binnen het profiel van depressie op elkaar hebben. Deze exploratieve studie onderzoekt de rol van insomnie binnen de relatie tussen depressieve klachten en het functioneren van het autobiografisch geheugen. Eerdere literatuur suggereert dat slaapproblemen zoals insomnie zowel depressieve symptomen als geheugenfuncties negatief beïnvloeden. In dit onderzoek is met behulp van klinische data van 135 patiënten met een depressieve episode onderzocht of insomnie een mediërende rol speelt in het verband tussen depressie en autobiografisch geheugenklachten. Daarnaast is geanalyseerd of patiënten met insomnie slechter presteren op testen voor autobiografisch geheugen dan patiënten zonder insomnie. De resultaten wijzen op een significante samenhang tussen depressieve klachten en insomnie, maar er werd geen bewijs gevonden voor een mediërend effect van insomnie op autobiografisch geheugenklachten. Evenmin werd een significant verschil aangetoond in autobiografische geheugenprestaties tussen patiënten met en zonder insomnie. De bevindingen wijzen op de complexiteit en heterogeniteit van depressieve stoornissen en onderstrepen de noodzaak tot verder onderzoek naar de specifieke interacties tussen symptomen.