Roeterseilandcampus - Gebouw G, Straat: Nieuwe Achtergracht 129-B, Ruimte: S.01
Een stoornis in polymiddelengebruik komt veel voor onder mensen met verslavingsproblematiek en wordt geassocieerd met ernstige cognitieve stoornissen en psychische klachten, waardoor deze patiëntengroep een groter risico loopt op ongunstige behandeluitkomsten. Kwaliteit van leven is een relevant behandelresultaat, maar er is weinig onderzoek gedaan met de relatie naar cognitief functioneren en psychische klachten bij polymiddelengebruikers. Daarom onderzochten we het effect van cognitief functioneren en psychische klachten op terugvalpercentages en op veranderingen in kwaliteit van leven tijdens een klinische behandeling bij polymiddelengebruikers. De ernst van psychische klachten werd bij de intake beoordeeld met de Depression Anxiety Stress Scale (DASS-21) en het cognitief functioneren met de Montreal Cognitive Assessment (MoCA) tijdens de eerste week van de behandeling. Terugval werd gedurende de behandeling (van 6 weken) gemonitord, en kwaliteit van leven werd gemeten met de Manchester Short Assessment of quality of life (MANSA) bij de intake en zes weken na de behandeling. De resultaten van de regressieanalyses toonden aan dat psychische klachten en cognitief functioneren een terugval tijdens de behandeling niet voorspelden. Het optreden van ernstige psychische klachten bij de intake voorspelde significant kleinere verbeteringen in kwaliteit van leven, terwijl cognitief functioneren niet van invloed was op veranderingen in kwaliteit van leven na de klinische behandeling. Het identificeren van risicofactoren bij polymiddelengebruikers en onderzoek naar kwaliteit van leven als behandeluitkomst is belangrijk voor het evalueren van herstel en het optimaliseren van interventies, maar onderzoek met grotere steekproeven is noodzakelijk.