student.uva.nl
Welke opleiding volg je?
UvA Logo
Welke opleiding volg je?
Het Spui met een fietser en een passerende tram

Wetsvoorstel internationalisering in balans

Wetsvoorstel internationalisering in balans

Gepubliceerd op 10-10-2023
Met het wetsvoorstel Internationalisering in balans wil demissionair minister Robbert Dijkgraaf zorgen voor een betere balans tussen de voor- en nadelen van internationalisering in het hoger onderwijs. Het wetsvoorstel zorgt voor onrust bij universiteiten.
Toon informatie voor jouw opleiding
Welke opleiding volg je?
of

Wat was de aanleiding?

Internationalisering draagt bij aan een stimulerend studieklimaat, een goede aansluiting op internationale wetenschappelijke ontwikkelingen en aan het opleiden van (voldoende) talent voor de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd zijn er zorgen, want het aantal internationale studenten blijft stijgen. Bij sommige opleidingen ongeremd. Dit zet de toegankelijkheid van het onderwijs onder druk, in het bijzonder voor Nederlandse studenten. Overvolle collegezalen en hoge werkdruk onder docenten schaden de kwaliteit van het onderwijs. Ook zijn er zorgen over de verdringing van de Nederlandse taal door het Engels, vooral in de bachelor. Er is behoefte aan instrumenten om het aantal internationale studenten te beheersen.

Wat staat er in het wetsvoorstel?

Het wetsvoorstel moet leiden tot een betere balans tussen de voor- en nadelen van internationalisering. Het bevat maatregelen op het gebied van taal, numerus fixus en regievoering.

Maatregelen op het gebied van taal

  • Is meer dan een derde van de studiepunten binnen een bacheloropleiding anderstalig? Dan onderzoekt de minister van OCW de doelmatigheid met een ‘toets anderstalig onderwijs’. De minister kijkt hierbij naar een aantal criteria, bijvoorbeeld naar het arbeidsmarktperspectief (zijn er binnen de sector grote tekorten?) en naar de docenten (zijn er voldoende docenten die in het Nederlands kunnen lesgeven?).
  • Bij anderstalige bacheloropleidingen dient Nederlandse taalvaardigheid in het curriculum verankerd te zijn. Bij masteropleidingen mag dat ook buiten het curriculum, maar het is wel verplicht.

Maatregelen op het gebied van numerus fixus

  • Op dit moment kan een numerus fixus alleen voor de gehele opleiding worden ingesteld. Het wetsvoorstel maakt het instellen van een maximum op één (anderstalig) traject mogelijk. Zo kan de drukte op één traject worden begrenst, terwijl de andere (Nederlandse) track van de opleiding toegankelijk blijft.  
  • Krijgt een opleiding plotseling te maken met veel inschrijvingen en komt de kwaliteit van het onderwijs in het gedrang? Dan kan de opleiding een noodfixus instellen.
  • Is de capaciteit van een opleiding beperkt, dan voorziet het wetsvoorstel in een maximaal aantal plaatsen voor studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER). Deze maatregel waarborgt de toegang voor Nederlandse en Europese studenten.

Maatregelen op het gebied van autonomie en regie

  • Het wetsvoorstel biedt mogelijkheden voor de minister van OCW om zelf, als ultieme maatregel, in te grijpen.

Is het wetsvoorstel definitief?

Tot medio september 2023 konden burgers, bedrijven en instellingen reageren op het conceptwetsvoorstel tijdens een internetconsultatieExterne link. In oktober 2023 gaat OCW verder in gesprek met een delegatie van universiteiten en hogescholen, waaronder de UvA. Mogelijk wordt het wetsvoorstel daarna aangepast.

Vervolgens moet het wetsvoorstel een lang politiek traject door voor het definitief is: het gaat naar de Raad van State voor advies en naar de Tweede Kamer voor instemming. Daarna gaat het naar de Eerste kamer en volgt publicatie in het Staatsblad. Het ministerie van OCW streeft ernaar dat het wetsvoorstel op 1 september 2024 in werking treedt.  

Standpunt van de UvA

De UvA koestert internationale medewerkers én studenten. Zij horen bij ons DNA, zijn  essentieel voor de kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek en voor Nederland als kennisland. De universiteit moet een plek blijven waar uiteenlopende visies, disciplines en culturen elkaar ontmoeten.

Sturingsinstrumenten zijn essentieel

We vinden een paar dingen goed in het huidige wetsvoorstel. Als tweetalige universiteit, met een diverse gemeenschap studenten en staf, onderschrijft de UvA het belang van een duurzame balans in internationalisering. Bij populaire opleidingen moeten we meer kunnen sturen op de almaar groeiende internationale instroom, om de kwaliteit van het onderwijs te kunnen blijven garanderen. We hebben behoefte aan instrumenten die opleidingen in staat stellen om zelf keuzes te maken. Denk aan de mogelijkheid om als opleiding een numerus fixus op een Engelstalige track te zetten.

Toch is de UvA kritisch op het wetsvoorstel

  • De UvA meent dat een duurzame balans in internationalisering uitstekend bereikt kan worden met de voorgestelde maatregelen voor de numerus fixus. De overige maatregelen op taal en regie schieten hun doel voorbij en hebben grote ongewenste neveneffecten.
  • Bovendien betreurt de UvA de keuze om een aantal cruciale maatregelen (zoals de definitie van ‘anderstaligheid’ en de toetsingscriteria voor anderstalige opleidingen) niet in de wet zelf vast te leggen maar in ‘ministeriële regelingen’. Zo ontstaat rechtsonzekerheid voor de universiteiten.
  • Een groot pijnpunt in het huidige voorstel is de toets anderstalige opleidingen voor bestaande opleidingen: binnen zes maanden nadat de wet in werking treedt, moeten alle bestaande tweetalige en anderstalige bacheloropleidingen verplicht door de doelmatigheidstoets anderstaligheid. Hierover is nog veel onduidelijk. Betekent dit dat de voertaal van opleidingen terug moet naar Nederlands, en zo ja, voor welke opleidingen geldt dat dan en welke uitzonderingen zijn er mogelijk? Dat is nog niet vastgelegd in het wetsvoorstel of in beleid. Dit zorgt voor grote onzekerheid.
  • Het wetsvoorstel is een te forse inbreuk op de autonomie en academische onafhankelijkheid van universiteiten. De hoeveelheid studiepunten Nederlandse taalvaardigheid vaststellen of het maximum aantal studenten binnen een anderstalige opleiding bepalen: deze verantwoordelijkheid hoort te liggen bij de universiteiten en niet bij de minister. Alleen zo kunnen we de kwaliteit van ons onderwijs waarborgen.
  • De UvA acht het wetsvoorstel onuitvoerbaar. De geschetste tijdspaden zijn onhaalbaar. Een grondige analyse van de financiële gevolgen ontbreekt.

De UvA heeft op het wetsvoorstel gereageerd in samenwerking met Universiteiten van Nederland

Heb je vragen, zorgen of wil je in gesprek?

Je bent van harte uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek met het CvB tijdens het CvB-uurtje [CO1] op:

  • Donderdag 12 oktober 12.30 - 13.30 uur
  • Donderdag 2 november 12.30 - 13.30 uur

Meer over het CvB-uurtjeExterne link

Lees ook het interview met het UvA-bestuur over het wetsvoorstel