Information

Most UvA buildings and facilities are closed for Ascension on 29 and 30 May. Some library locations will remain openExternal link.

student.uva.nl
What is your study programme?
UvA Logo
What is your study programme?
Information

Most UvA buildings and facilities are closed for Ascension on 29 and 30 May. Some library locations will remain openExternal link.

Colloquium credits

Presentatie Masterthese - Sophie Praas - Klinische Psychologie

Colloquium credits

Presentatie Masterthese - Sophie Praas - Klinische Psychologie

Last modified on 28-05-2025 13:40
Negatieve herinneringen bij gegeneraliseerde angststoornis: Evidentie voor de mogelijke effectiviteit van Imagery Rescripting bij GAS
Show information for your study programme
What is your study programme?
or
event-summary.start-date
04-06-2025 10:00
event-summary.end-date
04-06-2025 11:00
event-summary.location

Roeterseilandcampus - Gebouw C, Straat: Nieuwe Achtergracht 129-B, Ruimte: GS.09. Vanwege beperkte zaalcapaciteit is deelname op basis van wie het eerst komt, het eerst maalt. Leraren moeten zich hieraan houden.

De huidige behandelingen voor gegeneraliseerde angststoornis (GAS) zijn slechts bij 55% van de patiënten effectief. Dit benadrukt de noodzaak van aanvullende behandelingen voor GAS. In deze studie is onderzocht of Imagery Rescripting (ImRs), een behandeling die zich richt op het herschrijven van negatieve herinneringen, mogelijk effectief zou kunnen zijn voor mensen met GAS.

De effectiviteit van ImRs is eerder in verband gebracht met een vermindering van de intrusiviteit, emotionele intensiteit en levendigheid van een negatieve herinnering. Als eerste stap in het verkennen van de mogelijke effectiviteit van ImRs bij GAS is onderzocht of deze geheugenkenmerken samenhangen met GAS. Dit is onderzocht middels een autobiografisch geheugenonderzoek, waarin deelnemers werd gevraagd een negatieve herinnering te beschrijven en te beoordelen op intrusiviteit, emotionele intensiteit en levendigheid.

Tevens is onderzocht of de wijze waarop iemand een herinnering heeft beleefd invloed heeft op de relatie tussen de intrusiviteit, emotionele intensiteit en levendigheid van een negatieve herinnering en GAS. Inzicht in dit modererende effect verduidelijkt voor welke negatieve herinnering ImRs mogelijk het meest geschikt is.