Na een spiraal van geweld zoals de UvA niet eerder meemaakte, lijkt de weg naar gesprek voorzichtig gevonden. Studenten en medewerkers praten met elkaar, met het CvB en decanen, via studieadviseurs en vertrouwenspersonen, in georganiseerde groepsgesprekken, in programmagroepen of team-overleggen en met de medezeggenschap binnen de UvA.
Fischer: ‘Er zijn grote verschillen tussen de faculteiten. Bij FEB, A-UMC en ACTA speelt de discussie veel minder, maar bij de FGW, FMG en FNWI, en met name ook bij het AUC lopen de emoties soms hoog op. Het zijn vaak intense gesprekken met groepen studenten en medewerkers die of heel boos en verontwaardigd zijn, of die zich zorgen maken en zich niet meer veilig voelen. Die gesprekken zijn soms moeilijk, en soms lijken tegenstellingen onoverbrugbaar. Maar deze gesprekken moeten worden gevoerd, want anders komen we er met elkaar niet uit. Samen constateren dat je het niet met elkaar eens bent, is ook een stap in de goede richting.’
Verbeek: ‘Die vraag heb ik me de afgelopen tijd voortdurend gesteld. Het houdt me enorm bezig. Als iemand zich niet gehoord voelt aan de UvA, dan is er - onbedoeld en ongewild - te weinig echt naar diegene geluisterd. Ondanks het feit dat er in een eerder stadium al veel gesprekken zijn geweest, aanvankelijk over de vraag of de UvA zich moest uitspreken en daarna over de vraag of we onze samenwerkingen in Israel zouden moeten stopzetten. Het betekent voor mij in ieder geval dat het vanaf nu vooral nodig is om weer met elkaar in verbinding te komen. Ook als we het niet eens zijn met elkaar, moeten we elkaars standpunt respecteren. We moeten er samen alles aan doen om te voorkomen dat het zo ontspoort. Escalatie brengt ons niet verder, het gesprek wel.’
Verbeek: ‘Wat er de afgelopen maanden is gebeurd, raakt de hele UvA. Ik wil dat iedereen op zijn minst de kans krijgt gevoelens en meningen te uiten. We voeren gesprekken in de hele universiteit: met vertegenwoordigers van actievoerders, met studenten en medewerkers die zich onveilig voelen vanwege hun identiteit of ervaring, met mensen die graag de ruimte willen om zich niet uit te spreken en zich met hun onderwijs of onderzoek bezig willen houden. Ik wil benadrukken dat iedereen kan meedoen aan UvA-brede dialoogsessies op de campus. Het Central Diversity Office organiseert een aantal dialoogsessies en HR biedt ondersteuning – inclusief onafhankelijke gespreksleiders – om het gesprek in goede banen te leiden als er binnen de faculteiten initiatieven voor een dialoog zijn.’
Fischer: ‘Er zijn ook al veel collega’s hard aan het werk om het gesprek constant gaande te houden. Denk aan afdelingsvoorzitters, programmagroepleiders, studieverenigingen, maar ook vertrouwenspersonen en studieadviseurs. Of de talrijke gesprekken tussen docenten met studenten, het Teaching & Learning Centre dat voorlichting biedt voor docenten, een virtueel inloopspreekuur van het CDO en externe hulp: elke UvA-medewerker of -student kan terecht bij Slachtofferhulp mocht daar behoefte aan zijn. We blijven kijken hoe we die initiatieven kunnen aanvullen.’
Het CvB en decanen van de UvA hebben het initiatief genomen om het beleid over (onderzoeks)samenwerking met derden, zoals universiteiten in oorlogsgebieden, op korte termijn aan te vullen. Dit gebeurt aan de hand van rondetafelgesprekken op alle faculteiten. Hiervoor worden per keer een beperkt aantal stafleden en studenten uitgenodigd zodat er een echt gesprek kan worden gevoerd. Om die reden wordt er in sommige faculteiten parallel daaraan ook andere gesprekken hierover georganiseerd. Het gaat erom zoveel mogelijk argumenten op te halen om een zorgvuldige weging te kunnen maken. Het gaat dus niet om een stemming van wie is voor en wie is tegen iets. Op basis van deze argumenten, schrijft de brede academische werkgroep een conceptadvies. Op 24 juni wordt dit voorstel besproken tijdens een townhall meeting. Vanaf 28 juni staat het op het participatieplatform denk-mee en kan de hele UvA gemeenschap input leveren.
Verbeek: ‘Het is duidelijk dat sterke onderlinge verbinding tussen verschillende groepen staf en studenten over langere termijn aandacht van iedereen binnen de UvA vraagt. Alles wat nu besproken wordt, helpt ons, maar er is meer te bespreken dan alleen ons ethisch kader. te bepalen hoe we dat het beste kunnen doen. Deze zomer nog maken we de tussenbalans op.'