Omgaan met tentamenstress

Stress herkennen

Hoe kan je gezonde en ongezonde spanning onderscheiden? Er zijn een aantal symptomen waar je last van kan hebben als je te veel stress hebt: vermoeidheid, angst, depressie, slaapproblemen, concentratieproblemen, black-outs en fysieke klachten als hoofd- en buikpijn. Geen prettig rijtje! Gelukkig kun je dit allemaal grotendeels voorkomen. 

Voor het tentamen 

Het is belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de eisen waaraan je moet voldoen. Meestal kun je dit vinden in de studiehandleiding. Vraag je docent, mentor of studieadviseur opheldering wanneer iets onduidelijk is.

Bereid je goed voor op het tentamen. Dit doe je gedurende het hele lesblok. Maak daarom in de eerste week een goede, realistische studieplanning en hou je daar zo veel mogelijk aan. Als je dit lastig vindt, kan je kijken op de pagina over het maken van een planning. Geef jezelf genoeg tijd om te leren. Niemand kent na een keer lezen de stof, daarvoor is veel herhaling nodig. Wees niet te perfectionistisch, je hoeft niet alles te weten om voor het tentamen te slagen. Bij een goede voorbereiding hoort ook voldoende ontspanning. Hierdoor kan je later de stof weer beter onthouden.

Soms lukt het niet om te beginnen met studeren door een sterk gevoel dat het toch allemaal niet zal lukken. Als je hier last van hebt, kan je de pagina over uitstelgedrag voorkomen eens bekijken.

Vlak voor het tentamen

• Zorg dat je je op tijd inschrijft en dat je weet wat je bij je moet hebben. 
• Leer niet de hele nacht door en voorkom dat je uitgeput op het tentamen aankomt. Je hebt juist veel energie nodig. 
• Doe de avond van tevoren iets leuks waardoor je je ontspannen voelt, dan presteer je beter. 
• Zorg dat je weet waar je moet zijn en dat je ruim op tijd de deur uitgaat. 
• Mijd het contact met zenuwachtige medestudenten.

Tijdens het tentamen

• Deel je tafeltje zo in dat het rust geeft. 
• Haal een paar keer goed adem en start met het tentamen. 
• Neem eerst de gelegenheid om alle vragen te lezen en bepaal dan per vraag hoeveel tijd je ongeveer nodig denkt te hebben. 
• Begin met de vragen waarover je het meest zeker bent. Reserveer tijd aan het eind voor het nakijken van je antwoorden. 
• Neem ook hier af en toe pauze, rust even uit. 
• Geef zo weinig mogelijk aandacht aan belemmerende gedachten als 'ik kan het niet' of 'ik ga het niet halen'. Richt je niet op jezelf, maar op het tentamen. 

Black-out

Tijdens een black-out heb je tijdelijk geen toegang tot je kennis. Je bent bijvoorbeeld een naam vergeten, maar hoe diep je ook in je geheugen graaft, je bent het kwijt. Op het moment dat je er niet meer aan denkt, schiet de naam je te binnen. Zo kun je ook het beste reageren bij een black-out: laat de vraag even liggen en ga door naar een volgende. Ga later terug naar de vraag en bedenk eerst wat je wel weet, zonder te focussen op wat je allemaal niet weet. Geef je denkproces de tijd.

Na het tentamen

Neem de tijd om uit te rusten van je inspanning. De marathonloper loopt ook niet de dag na de wedstrijd een marathon. Leer van je ervaring. Als je gezakt bent, analyseer dan wat er niet goed is gegaan. Ga naar de nabespreking en stel vragen. Bepaal wat je de volgende keer beter of anders kunt doen.

Trainingen en workshops

De UvA biedt verdere ondersteuning voor diverse onderwerpen via voorlichtingen, workshops, trainingen en groepen. Je kan deze vinden bij trainingen en workshops.