
UvA scherpt streefcijfers vrouwelijke wetenschappers aan: 40% vrouwelijke hoogleraren in 2030
UvA scherpt streefcijfers vrouwelijke wetenschappers aan: 40% vrouwelijke hoogleraren in 2030
Ook binnen de Universiteit van Amsterdam zijn de verschillen tussen faculteiten groot. Hoewel de UvA als geheel de 30%-doelstelling benadert, loopt het aandeel vrouwelijke hoogleraren per faculteit uiteen van nog geen 15% tot bijna 50%. Om de doorstroom van universitair docenten (UD’s) naar universitair hoofddocenten (UHD’s) en uiteindelijk hoogleraren te versnellen, kiest de UvA daarom voor ambitieuzere doelen én een bredere aanpak.
Nieuwe streefcijfers voor 2030
De UvA stelt voor 2030 de volgende universitaire streefcijfers vast:
- UD’s: 50% vrouw
- UHD’s: 45–50% vrouw
- Hoogleraren: 40% vrouw
Met deze hogere doelen wil de UvA de pijplijn naar het hoogleraarschap versterken. Door niet alleen aan de top, maar ook in eerdere loopbaanfases in te zetten op gelijke kansen, moet de doorstroming structureel verbeteren.
Brede aanpak om talent aan te trekken en te behouden
Naast de streefcijfers investeert de UvA in maatregelen die de universiteit een nóg aantrekkelijkere werkgever moeten maken. Denk aan loopbaanbegeleiding, leiderschapsontwikkeling, transparante benoemingsprocedures en aandacht voor werk-privébalans. Facultaire plannen vormen hierbij de basis: elke faculteit werkt aan een eigen aanpak die past bij de lokale situatie en uitdagingen. Daarbij verkennen faculteiten ook onderlinge samenwerkingen.
De voortgang wordt jaarlijks op universitair niveau gemonitord en besproken. Zo wil de UvA gericht blijven sturen op gelijke kansen en een inclusieve academische gemeenschap waarin wetenschappelijk talent optimaal tot bloei kan komen.