Een nieuwe richtlijn (External collaboration guidelines (pdf)) biedt onderzoekers een route die ervoor zorgt dat hun samenwerking past bij de waarden die de UvA als universiteit wil uitdragen.
Medewerkers gebruiken de richtlijn, met bijbehorende vragenlijsten en een instrument om risico’s te bepalen, om samen met leidinggevenden in te schatten of ze een bepaalde samenwerking aan kunnen gaan. Als dat nodig is, kan de adviescommissie Samenwerking met derden op verzoek van een decaan of het College van Bestuur advies uitbrengen over die samenwerking.
De decaan of het College van Bestuur beslist vervolgens of de samenwerking kan doorgaan, eventueel met risicodempende maatregelen. Een advies van de commissie en het besluit over de samenwerking zijn altijd maatwerk en gelden alleen voor die samenwerking, op dat moment, in die vorm.
Deze route geldt voor toekomstige maar vanaf nu ook voor bestaande samenwerkingen. Ook onderwijssamenwerkingen, patiëntenzorg en valorisatieprojecten kunnen vanaf nu op deze manier beoordeeld worden. Zoals eerder gecommuniceerd, heeft het College van Bestuur de adviescommissie al gevraagd naar de studentuitwisseling met de Israëlische Tel Aviv University te kijken.Externe link De commissie buigt zich nu over die samenwerking.
Voor het opstellen van de vernieuwde richtlijn zijn de perspectieven van zoveel mogelijk studenten en medewerkers opgehaald. Daarnaast hebben verschillende interne commissies en de Senaat advies uitgebracht en heeft ook de medezeggenschap, die bovenwettelijk adviesrecht op dit onderwerp kreeg, advies uitgebracht.
De richtlijnen en de toetsingsprocedure zijn uiteindelijk vastgesteld door het College van Bestuur en de decanen. Ook gaat de UvA een brede dialoog organiseren voor studenten en medewerkers. Daarin worden dilemma’s en ervaringen besproken in het samenwerken met partners in veranderende geopolitieke en maatschappelijke context.
Rector Peter-Paul Verbeek: ‘Ik hecht eraan dat deze toetsing tot stand komt in samenwerking met onze gemeenschap. Het past niet bij de UvA om van bovenaf te beslissen met wie we wel of niet samenwerken. Deze richtlijn, vastgesteld na vele gesprekken binnen de universiteit, koestert de vrije ruimte die nodig is om samen te werken en wil die vrijheid op een verantwoordelijke manier invullen.
‘We willen niet samenwerken in projecten die ernstige schade toebrengen aan het milieu en we willen niet samenwerken als er risico’s zijn dat we onbedoeld zouden kunnen bijdragen aan grove schending van mensenrechten. We willen eerst goed kijken of die risico’s er zijn, pas daarna willen we de ruimte openhouden om samen te werken.’
Bekijk ook de podcast met rector Peter-Paul Verbeek en FMG-decaan Christa Boer over dit onderwerp.
Lees meer over het ethisch toetsen van onderzoekssamenwerking.Externe link