Jaarlijks stromen 6-12 studenten in. Voor het werkveld levert het studenten met waardevolle kwaliteiten op. Vanaf dag 1 volgen ze vakken in beide disciplines. “Een van de belangrijkste voordelen van de twee diploma’s is dat je zowel de artsenwereld als de onderzoekswereld al tijdens de studie goed hebt leren kennen”, vertelt alumnus Sarah van Zon. Zij startte in 2014 met het duba-programma. “Het is daardoor veel makkelijker om als brug te fungeren tussen deze toch wel heel verschillende werelden. Daarnaast helpt het tijdens mijn huidige werk als arts-onderzoeker bij Amsterdam UMC dat ik al jong ben begonnen met het lezen en schrijven van wetenschappelijke artikelen. Daardoor is het makkelijker om onderzoeksresultaten te interpreteren en om ze uiteindelijk toe te passen in de spreekkamer.”
Na de dubbele bachelor heeft Sarah ook de dubbele master afgerond en is ze een PhD-traject ingegaan bij de afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten. “Tijdens mijn huidige PhD-traject doe ik onderzoek naar nieuwe manieren om te voorspellen of medicijnen zullen gaan aanslaan bij patiënten met een darmaandoening, de ziekte van Crohn. Doordat dit onderwerp vrij experimenteel is, heb ik veel aan de wetenschappelijke kennis die ik tijdens biomedische wetenschappen heb opgedaan. Het onderzoek wordt in het ziekenhuis uitgevoerd, met ‘echte patiënten’, waardoor ook de kennis die ik tijdens de studie Geneeskunde heb opgedaan onmisbaar is. Kortom, de duba komt hierbij goed van pas.”
Alumnus Maxim Annink is in 2015 begonnen aan de duba en merkt dat de geneeskunde steeds meer profiteert van hoogtechnologische biomedische toepassingen. “Denk bijvoorbeeld aan het laagdrempelig gebruik van genetische informatie over de patiënt om eventuele therapieën zo goed als mogelijk op zijn of haar situatie toe te spitsen.”
Als arts-onderzoeker bij de Vasculaire Geneeskunde van Amsterdam UMC doet Maxim momenteel onderzoek naar cholesteroldeeltjes en aderverkalking. “Als arts doe ik klinisch onderzoek, wat betekent dat ik therapieën en diagnostische strategieën om hart- en vaatziekten op te sporen en te behandelen onderzoek in patiëntengroepen. Veel patiëntencontact dus. Door mijn biomedische achtergrond kan ik echter ook een aanzienlijk deel van mijn werktijd in het lab besteden, waar ik onder andere het effect van potentiële nieuwe geneesmiddelen op vaatcellen in petrischaaltjes onderzoek. Heel gevarieerd dus!”