De Stichting Rookpreventie Jeugd spande de zaak in 2018 aan bij de Nederlandse rechtbank in Rotterdam. De afgelopen 4 jaar hebben rechtenstudenten onderzoek gedaan tijdens het vak European Law Clinic. Ze schreven een rapport over de complexe Europese juridische richtlijnen en dit heeft geholpen om de zaak te winnen.
Het masterkeuzevak Amsterdam European Law Clinic biedt studenten de mogelijkheid om cliënten pro-bono bij te staan. In 2018 zocht de advocaat in deze zaak (Phon van den Biesen, red.) ondersteuning van studenten van de clinic bij verschillende EU-rechtelijke vragen. Deze vragen betroffen de geldigheid en interpretatie van de Tabaksproductenrichtlijn, transparantievereisten en de voorwaarden waaronder een nationale rechter naar het Hof van Justitie kan of moet verwijzen. Deze vragen waren van essentieel belang om vast te stellen of er een andere methode kon worden gebruikt om het teer-, nicotine- en koolmonoxidegehalte van op de Nederlandse markt verkochte sigaretten te bepalen.
De Nederlandse autoriteiten en de tabaksindustrie hielden vol dat alleen de door de tabaksindustrie ontwikkelde methode mocht worden gebruikt. Die methode meet de stoffen aan de hand van de kleine gaatjes in het filter, waardoor ook schone lucht wordt aangezogen en de schadelijke stoffen worden verdund. In de praktijk sluiten rokers de gaatjes in het filter echter af met hun vingers en lippen, waardoor het gehalte aan giftige stoffen 3 tot 20 keer zo hoog kan worden.
De rechtbank oordeelde dat de huidige procedure om de stoffen te meten die rokers binnenkrijgen niet volstaat. Er kan nu niet worden gegarandeerd dat deze sigaretten aan de maximumwaarden voldoen. Ze kunnen zelfs schadelijker en verslavender zijn dan de tabaksindustrie suggereert.
Gedurende een periode van 4 jaar schreven verschillende teams van studenten memo's en rapporten voor Phon van den Biesen als onderdeel van het vak Amsterdam European Law Clinic. Teams van 4 studenten werkten een semester lang aan de zaak.
In 2018 vroeg de Stichting Rookpreventie Jeugd de NVWA om op te treden tegen de manier waarop sigaretten in Nederland worden getest. De NVWA weigerde dit en de Stichting spande de zaak aan. Omdat de wet een Europese richtlijn is, stapte de rechtbank Rotterdam naar het Europese Hof van Justitie voor een uitspraak over de uitleg en geldigheid van de richtlijn. Pas in februari 2022 gaf het Europese Hof van Justitie aan dat de richtlijn andere methoden toestond dan de methode bedacht door de tabaksindustrie zelf. Uiteindelijk heeft de rechtbank de stichting op vrijdag 4 november 2022 in het gelijk gesteld. De NVWA heeft 6 weken de tijd om te reageren.
Het is een enorm succes voor de Stichting Rookpreventie jeugd en de 14 andere eisers, waaronder veel gezondheidsorganisaties, artsen en goede doelen.