Waarom ben je rechten gaan studeren?

‘Ik wilde al heel lang rechten doen. Ik vond het vroeger al leuk om in discussie te gaan met mensen en om mijn gelijk te halen. Toen dacht ik: hoe chill zou het zijn als ik gelijk kan krijgen en daar ook nog eens mijn geld mee kan verdienen?’

Dus die interesse begon al op de middelbare school?

‘Ja, het vak Maatschappijwetenschappen vond ik toen heel leuk. Dan had je ook met rechten te maken, bijvoorbeeld met mediarecht, de vrijheid van meningsuiting, maar ook met strafrecht. Daarnaast vond ik het leuk dat de studie van toepassing is op de maatschappij. En dat je echt een vak leert.’

Wat gaf de doorslag?

‘Ik denk dat mijn voorkeur onbewust altijd al uitging naar rechten. Toen ik een profielwerkstuk moest schrijven schreef ik dat over de vrijheid van meningsuiting, waardoor ik veel leerde over het recht. Psychologie vond ik daarnaast iets te biologisch, bestuurskunde te vaag en politicologie veel van hetzelfde. Rechten is op zoveel zaken van toepassing, waardoor je over heel veel onderwerpen wat leert.’

Waarom wilde je een bestuursjaar doen?

‘Ik merkte dat ik in het eerste jaar best veel vrije tijd had en dat ik er makkelijk iets bij kon doen. En ik wilde ook mijn leven in Amsterdam verbreden. Ik kom niet uit Amsterdam, dus ik wilde wat meer vaste grond hebben hier. ELSA leek mij vanwege het internationale aspect erg tof. Rechten is natuurlijk nauw verbonden met Nederland, we leren over het Nederlands recht. Voor mijn gevoel versmalt dat wel je carrièremogelijkheden. Maar bij ELSA zag ik dat de horizon toch breder is. Het staat daarnaast ook goed op je cv als je een bestuursjaar gedaan hebt.’

Op welke manier heeft het je horizon verbreed?

‘ELSA Amsterdam is onderdeel van een netwerk van verschillende studieverenigingen in Europa. In Nederland heb je ook een aantal ELSA’s. Veel van die verenigingen hebben internationale rechtenstudenten in het bestuur. Een paar keer per jaar hadden we een bestuursweekend met de besturen uit de andere steden, dat was heel leuk. Door het jaar heen kan je ook samenwerken en activiteiten organiseren. Ik vond het interessant om de overeenkomsten en verschillen met internationale rechtenstudenten te zien.’

Wat deed je als Secretary-General?

‘Ik ondersteunde vooral het team. Ik had daarbij niet zo zeer mijn eigen werkterrein, maar ik was met iedereen bezig. Via de mail had ik contact met elk bestuurslid en met de leden. Het was voor mij ook belangrijk om erop te letten dat de samenwerking tussen iedereen goed verliep.

Ik heb gemerkt dat ik veel energie haal uit dingen doen. Ik kan niet heel lang op mijn kamer stilzitten. En ik heb over mezelf geleerd dat ik best veel dingen tegelijk kan. Dat dat vooral een kwestie is van goed plannen.’

Wat deed je daarnaast nog meer?

‘Ik was dat jaar ook druk met sociale verplichtingen buiten de studie, de Amsterdam Law Firm en met mijn normale bachelorvakken. Ik merkte toen dat ik dingen niet kon uitstellen, dan stapelt het zich op en word je er later mee geconfronteerd. Als Secretary-General kan dat ook niet, want jij bent verantwoordelijk. Als er een evenement aankwam, moest ik bijvoorbeeld een inschrijf-link aanmaken. Als dat niet gebeurde, liep het hele evenement in de soep. Ik moest verder de mails versturen en het ledenbestand bijhouden. Veel dingen waren tijdsgebonden. Daardoor heb ik gemerkt dat het goed is om dingen gelijk op te pakken en altijd aanspreekbaar te zijn voor de rest van je bestuursleden. Zij waren toch afhankelijk van mij. Anders creëer je een soort van domino-effect.’

Wat is voor jou het meest waardevolle dat je uit je studie hebt gehaald?

‘Hoe je de wet toepast. Dat is iets wat je leert en dat kan ik nu gewoon. Dat vind ik echt een voordeel van rechten. Ik vond ALF ook een heel mooie toevoeging, omdat je veel praktische vaardigheden leert; hoe je moet pleiten, hoe je moet presenteren. Je leert heel veel soft skills. Je bent bezig met een echt kantoor en als je dan je werk presenteert aan de juristen van een kantoor of bedrijf en het klopt, heb je toch het gevoel dat je goed bezig bent, terwijl je nog maar een bachelorstudent bent en dat vind ik vet.’

Welk vak vond je het interessantst?

‘Het vak dat ik nu heb, Rechtsfilosofie, vind ik leuk omdat filosofie mij altijd al interesseerde en ik hier een minor in heb gedaan. Daarnaast sloot Informatierecht ook erg aan op mijn interesses. Ik heb er daarom ook voor gekozen mijn scriptie binnen dit rechtsgebied te schrijven en wellicht de master Informatierecht te doen.’

Heb je advies voor eerstejaars?

‘Het is natuurlijk belangrijk dat je je vakken haalt, alleen vond ik het vrij intens hoe hoog de druk meteen al gelijk lag om hoge cijfers te halen. Veel studenten waren al bezig met hun cv. Natuurlijk moet je gewoon je best doen, maar je moet je tegelijkertijd niet al te druk maken in het begin van je eerste jaar. Je bent natuurlijk ook gewoon jong en je wilt naast je studie leuke dingen doen. Het is belangrijk om daar een balans in te vinden. Als eerstejaarsstudenten dat op dit moment ook zo ervaren zou ik zeggen dat er meer is dan alleen cijfers en dat je nog genoeg tijd hebt om je op je werkende leven voor te bereiden. De wereld ligt aan je voeten!’

Dit interview werd gehouden door masterstudent Oumaima Mkabri. Sophie en Oumaima spraken verschillende studenten voor de interviewreeks die ze maakten over de extra activiteiten die je als eerstejaars naast je studie kunt ondernemen.