In het tweede semester van 2020/2021 hebben masterstudenten van de Fair Work and Equality Law Clinic onder begeleiding van Marlies Vegter en Nuria Ramos Martin rapporten geschreven over de situatie van respectievelijk Poolse en Spaanse arbeidsmigranten in Nederland. In beide rapporten wordt een aantal gebieden genoemd waarop arbeidsmigranten belemmeringen ondervinden. Een van deze belemmeringen, de automatische beëindiging van de huisvestingsovereenkomst als gevolg van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, is recentelijk in het nieuws geweest.
“Koppel de arbeidsovereenkomst los van de huisvesting om dakloosheid bij ontslag en tijdens UWV-procedures te voorkomen.”
In het rapport over Poolse arbeidsmigranten wordt geconcludeerd dat Nederland weliswaar voldoet aan het ILO Verdrag en de Europese Richtlijn inzake Uitzendarbeid, maar dat er ook verbeterpunten zijn. Wat de EU-richtlijn betreft stelt het rapport bijvoorbeeld dat Nederland slechts het strikte minimum naleeft en waar mogelijk van de richtlijn afwijkt, waardoor het leven van de migrerende werknemers eerder ingewikkelder dan beter wordt. Het beveelt een hoger niveau van bescherming van de werknemers aan door de zogenaamde "fase A" van arbeidsovereenkomsten in te korten, waarbij een contract automatisch worden beëindigd als de werknemer ziek wordt en de huisvesting met het contract wordt beëindigd. Daarnaast beveelt het rapport aan om het verplichte systeem van overheidsvergunningen opnieuw in te voeren om malafide uitzendbureaus tegen te gaan, om de arbeidsovereenkomst los te koppelen van de huisvesting om dakloosheid bij ontslag en tijdens UWV-procedures te voorkomen en om een vertrouwensrelatie op te bouwen om werknemers aan te moedigen zich met klachten tot de Arbeidsinspectie te wenden.
“Spaanse arbeidsmigranten hebben in de praktijk niet dezelfde toegang tot sociale zekerheid als Nederlanders.”
Het rapport over Spaanse arbeidsmigranten noemt als belangrijkste probleem de nulurencontracten met een uitzendclausule, die werken op basis van "geen werk, geen inkomen". Het rapport gaat ook in op het ILO Verdrag en identificeert bepaalde gebieden waar de naleving door Nederland problematisch is. Het bevat een aantal aanbevelingen om op lange termijn naleving te verbeteren.
In het kader van de Europese richtlijn inzake Uitzendarbeid zijn enkele inconsistenties vastgesteld, bijvoorbeeld wat betreft de mogelijkheid voor de sociale partners om af te wijken van het beginsel van gelijke behandeling met betrekking tot de beloning zonder dat een "passend niveau" van bescherming wordt gewaarborgd. Bij nadere bestudering van de Europese verordeningen betreffende de Coördinatie van Sociale Zekerheid blijken dat deze niet altijd correct worden toegepast. Ten eerste is de samentelling van werkloosheidsuitkeringen problematisch, omdat arbeidsmigranten hun Nederlandse adres niet laten registreren. Ten tweede zijn de "fase A arbeidsovereenkomsten" niet in overeenstemming met de Europese coördinatieregelingen van de sociale zekerheid inzake uitkeringen bij ziekte. Ten derde is het Nederlandse systeem voor de coördinatie van de sociale zekerheid van werkloosheidsuitkeringen, ziekte-uitkeringen en behoorlijke administratie niet in overeenstemming met de EU verordeningen, aangezien arbeidsmigranten worden geconfronteerd met onnodige belemmeringen bij het organiseren van een goede administratie. Als gevolg daarvan hebben arbeidsmigranten in de praktijk niet dezelfde toegang tot sociale zekerheid als Nederlanders, hetgeen tot discriminatie leidt.
Beide rapporten kijken als relevant wettelijk kader naar het ILO Verdrag betreffende particuliere bureaus voor arbeidsbemiddeling (1997) en het recht van de Europese Unie (meer in het bijzonder de Richtlijn inzake Uitzendarbeid (2008/104/EG), de Herziene detacheringsrichtlijn (2018/957/EU) tot wijziging van de detacheringsrichtlijn (96/71/EG) en de verordeningen inzake sociale zekerheid zoals Verordening (EG) nr. 883/2004 en Uitvoeringsverordening 987/2009)) en beoordelen of Nederland de internationale en Europese bepalingen adequaat implementeert.