Welke opleiding volg je?
Informatie voor
[ ingeschreven studenten ]
Welke opleiding volg je?
Seyna in Dakar, de hoofdstad van Senegal (zomer 2022).
Instagram v.d. fotograaf: @Sheiraf_photographe

Eerbetoon aan Black Achievement Month

Gepubliceerd op 23-11-2022 14:55
Tijdens Black Achievement Month worden uitzonderlijke talenten van mensen met een Afrikaanse achtergrond in het daglicht gezet. Dit jaar was het thema: ‘Verbeeld je!’. Hiermee wilden de organisatoren de nadruk leggen op visuele communicatie, in plaats van verbale communicatie.
Toon informatie voor jouw opleiding
Nu zie je algemene informatie op deze site. Kies je opleiding om ook informatie te zien die specifiek voor jouw opleiding geldt, zoals deadlines, regelingen en contactgegevens.
Welke opleiding volg je?

Black Achievement Month wordt ook wel een festival genoemd van een maand lang. Dit is meestal de maand oktober, waarin uitzonderlijke talenten van mensen met Afrikaanse achtergrond in het daglicht worden gezet. Elk jaar is er een specifiek thema, dit jaar was het thema ‘Verbeeld je!’. Hiermee wilde de organisatoren van Black Achievement Month de nadruk leggen op visuele communicatie, in plaats van verbale communicatie. De gehele maand oktober waren er verschillende events waar je naartoe kon gaan, zoals theatervoorstellingen, beeldende kunst exposities, films, en dansvoorstellingen. Deze events vonden plaats in Almere, Amsterdam, Den Haag, Leiden, Utrecht, Rotterdam en Middelburg. 

Naast deze mooie creatieve kant van de Black Achievement Month, wordt er ook ruimte gemaakt voor maatschappelijk debat en discussie. Verder worden er elk jaar verschillende awards uitgedeeld. Black Achievement Month is een soortgelijke viering als "Black History Month", die wordt gevierd in meerdere landen/regio’s (bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Canada, Engeland en het Caribisch gebied).

Voor de Black Achievement Month 2022 vroeg de commissie Diversiteit en Inclusie van afdeling Pedagogische en Onderwijswetenschappen een van de zwarte studenten van deze afdeling om haar reflecties en ervaringen in de context van dit festival te delen.

1. Kan je ons iets over jezelf vertellen? 

Ik ben Seyna Diop (22 jaar oud) en zit in mijn derde jaar van de bachelor Pedagogische Wetenschappen. Daarnaast ben ik werkzaam als student-assistent bij de onderwijsbalie Pedagogische en Onderwijswetenschappen (POW) aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Ik ben geboren en getogen in Amsterdam-Centrum. Om precies te zijn, ben ik opgegroeid op De Kadijken; dit is vlak bij de dierentuin Artis. Mijn moeder is (etnisch) Nederlandse en mijn vader is Senegalees. Ik ben met beide ouders opgegroeid en heb dan ook beide culturen meegekregen in mijn opvoeding. Alhoewel ik meer Westers ben opgevoed dan Senegalees, ben ik altijd trots geweest op mijn etnische achtergrond. En zelfs nu mijn vader een jaar geleden is overleden, voel ik mij erg verbonden met Senegal en de Senegalese cultuur.

Tegenwoordig woon ik op mezelf in Amsterdam-Zuid. Hier deel ik een woning met mijn zusje.

2. Afgelopen oktober was het Black Achievement Month. Kan je vertellen wat dit voor jou betekent?

Ik heb nooit lang stilgestaan bij het bestaan van de Black Achievement Month. Het bezoeken en het bekijken van kunst, gemaakt door artiesten met een Afrikaanse achtergrond, en het bijwonen van debatten over etnische diversiteit zijn activiteiten waar ik al van jongs af aan bekend mee ben. Natuurlijk is het niet voor iedereen vanzelfsprekend, ongeacht etnische achtergrond, om vanaf jongs af aan met kunst en cultuur in aanraking te komen of debatten rondom etnische diversiteit bij te wonen of hieraan deel te nemen. 

Zelf ben ik opgegroeid in een familie uit de kunstwereld. Zo is mijn opa directeur geweest van het Tropenmuseum en het Van Abbemuseum. Verder was de tante van mijn oma de vrouw van Theo van Doesburg (de oprichter van de kunstbeweging ‘De Stijl’, begin twintigste eeuw). Hierdoor ben ik van jongs af aan met allerlei verschillende vormen van kunst in aanraking gekomen. Daarnaast hebben mijn ouders mij bewust, vanaf dat ik mij kan herinneren, meegenomen naar activiteiten en events waar het publiek altijd erg etnisch divers was. Ook was het onderwerp etnische diversiteit'' al vroeg in mijn jeugd een gespreksonderwerp tijdens het avondeten. Zo’n rijke culturele opvoeding op het gebied van kunst en cultuur (gemaakt door onder andere zwarte artiesten) krijgt niet iedereen mee, dus ik vind het mooi en belangrijk dat Black Achievement Month bestaat.

Tijdens Black Achievement Month ligt de nadruk op de prestaties van zwarte mensen en positieve kanten van onze geschiedenis, in plaats van op vaak terugkerende thema’s zoals slavernij en/of slachtofferschap (een onderwerp als het koloniale verleden) in bijvoorbeeld de politiek of in het onderwijscurriculum. Zwarte mensen kunnen ook succesvol zijn, uit ‘black culture’ kunnen ook lessen gehaald worden en zwarte mensen zijn ook intelligent. Bij dat laatste punt wil ik graag een voorbeeld geven, om deze uitspraak te verhelderen. Helaas zijn er verschillende stereotypen verbonden aan het hebben van een zwarte huidskleur. Zo verwacht men vaak minder snel dat een zwart persoon hoogopgeleid is, of word je als zwart persoon met ander taalgebruik benaderd (versimpeling van zinnen en minder gebruik van moeilijke woorden). Dit zijn voorbeelden die ik aanhaal uit mijn eigen leven, maar ook uit verhalen van zwarte mensen. Ik ben blij dat Black Achievement Month deze stereotypen de rug toekeert en laat zien dat zwarte mensen veel meer te bieden hebben dan soms wordt gedacht.

3. Was jij ervan op de hoogte dat de winnaars van de Black Achievement Award (in de categorie: “Wetenschap & Onderwijs”) van vorig en dit jaar professoren zijn van de (AMC-) UvA, te weten Dr. Sennay Ghebreab en Dr. Charles Agyemang? Wat voor gevoel geeft dat je?

Ik wist dit niet, maar het geeft mij een goed gevoel! Over het algemeen zie ik weinig professoren op de Universiteit van Amsterdam (UvA) die op mij lijken qua huidskleur, waardoor ik geen docenten heb waarmee ik mij kan identificeren. Ik zit nu in het laatste jaar van mijn bachelor en heb tot nu toe maar van één zwarte docent les gehad. Ik was verbaasd om een zwarte vrouw, om precies te zijn Dr. Ivy Defoe, voor mij te zien staan. Niet omdat ik nog nooit in mijn leven een zwarte professor had gezien, maar omdat ik nog nooit een zwarte professor had gezien op de UvA. Deze ervaring maakte voor mij duidelijk hoe belangrijk het is dat je je als student kunt identificeren met jouw professoren. Door zo’n ervaring kon ik mij voor het eerst (sinds ik aan de UvA studeer) inbeelden om op zo’n zelfde positie te staan in de toekomst. Rationeel gezien weet je dat dit sowieso kan als je er hard voor werkt, maar de gedachte komt minder snel in je op als je geen docenten met een (min of meer) zelfde culturele achtergrond om je heen ziet. Dat twee zwarte professoren aan mijn eigen universiteit deze award hebben gewonnen laat zien dat er wel professoren zijn op mijn universiteit met een andere etnische achtergrond dan Westers en wit, die opvallen en worden gewaardeerd door een publiek buiten de UvA om. Dit geeft mij een trots gevoel en ook extra studiemotivatie.

4. Nu we het toch hebben over prestaties, wat zijn prestaties waar jij trots op bent? En wat zijn jouw plannen op het gebied van je carrière in de toekomst?

Ik ben trots op mijn eigen doorzettingsvermogen en de manier waarop ik geloof in mijn eigen kunnen. Op de basisschool wilde mijn juf mij een vmbo-kader advies geven, terwijl de rest van mijn klasgenoten havo/vwo-adviezen kregen. Uiteindelijk scoorde ik op mijn Cito-eindtoets op havoniveau en ging ik de havo doen. Dit ging mij zo goed af dat er meerdere keren aan mij is gevraagd of ik vwo wilde doen, maar mijn antwoord hierop was altijd ‘nee’. Ik hield van de havo en wilde graag het HBO ervaren, omdat men daar meer praktijkervaring op doet.

Mijn basisschooljuf onderschatte mij. Iets wat mij toen erg raakte; maar mijn latere prestaties maakten mij daardoor extra trots. Dit is helaas een ervaring die vele andere zwarte jongeren met mij delen. Hier kwam ik achter door in gesprek te gaan met andere zwarte jongeren en hun ervaringen rondom schooladvies en de Cito-eindtoets, maar ook door een documentaire die ik in 2017 heb gezien. In de documentaire ‘Ik alleen in de klas’Externe link van Junger (2016) deelt een groep jongeren de racistische ervaringen die zij op school hebben meegemaakt. Ik raad iedereen aan deze documentaire te bekijken, omdat de jongeren hun eigen ervaringen in detail delen zodat het gemakkelijker is om je in te leven als niet-zwart persoon. Naast het zien van deze documentaire werd dit onderwerp ook besproken tijdens het eerste jaar van mijn studie bij het vak ‘Inleiding Onderwijswetenschappen’, een extra bevestiging van de ongelijkheid in het onderwijs op het gebied van schooladvies.

Na mijn middelbare school heb ik twee studies aan de HvA gevolgd. Voor beide studies heb ik een propedeuse behaald: Commerciële Economie en HBO-Rechten. Hier ben ik trots op! Bij beide HBO-studies wist ik vrij snel dat ik de studies niet wilde afmaken; maar ik ben geen opgever, dus was ik van mening dat ik tenminste mijn propedeuses moest behalen. Vervolgens ben ik Pedagogische wetenschappen aan de UvA gaan studeren. De overstap van het HBO naar de universiteit is groot; op de universiteit ligt het tempo veel hoger, ben je meer aangewezen op zelfstudie, heb je nauwelijks vakantie (waardoor je minder rustmomenten hebt) en zijn er hogere verwachtingen. Gelukkig vond ik deze uitdaging leuk en was ik hier ook naar op zoek. Toch blijft het een pittige overstap, dus ik ben trots dat ik in mijn eerste jaar al mijn vakken heb gehaald.

Aan het begin van mijn tweede studiejaar (2021-2022) aan de UvA verloor ik mijn vader. Een verschrikkelijke en zeer verdrietige gebeurtenis. Maar na twee maanden besloot ik om alsnog verder te gaan met mijn studie. Ik heb mijn bachelorstage dat jaar afgerond met een 8,5 en mijn uiterste best gedaan om het gehele studiejaar vol te houden. Uiteindelijk heb ik niet al mijn vakken gehaald en was de druk die ik op mezelf legde misschien wat te groot. Maar ik ben alsnog trots op mezelf.

Ik ben een doorzetter; in een systeem dat niet altijd open staat voor (zwarte) vrouwen en niet altijd rekening houdt met de groeiende prestatiedruk waar onze generatie mee te maken heeft. Als ik op de UvA rondloop of in mijn collegezaal zit vind ik het jammer om bijna niemand te zien die op mij lijkt, maar ik ben blij dat er tenminste iemand van mijn huidskleur daar zit, ook al ben ik dan vaak die ene persoon.

De toekomst zie ik rooskleurig in, omdat er in mijn opleidingsgebied veel mensen nodig zijn voor in het werkveld. Ook denk ik dat het van belang is om in mijn toekomstige werkveld zoveel mogelijk diversiteit te kunnen aanbieden, daarmee bedoel ik diversiteit in personeel op verschillende gebieden, zoals sekse, culturele achtergrond, leeftijd, sociaal- economische status en qua eigen opvoeding die je hebt meegekregen. Ik denk dat ik met mijn gemixte achtergrond een meerwaarde met mij meebreng als werknemer binnen de Jeugdzorg. Zoals misschien al duidelijk is, wil ik graag de praktijk in. Wat ik precies wil doen is nog onduidelijk, maar hoogstwaarschijnlijk wil ik gaan werken met jongeren in detentie of jongeren die te maken hebben met mensenhandelaars.

5. Je bent zowel student als medewerker (student-assistent) van de UvA. Hoe ervaar je dit?

Ik ben eigenlijk heel blij dat ik werk bij mijn eigen onderwijsinstelling. Hierdoor krijg ik een ‘kijkje achter de schermen’, waardoor ik meer inzicht krijg in de werkwijze van de UvA; waar docenten tegenaan kunnen lopen; wat voor verschillende mogelijkheden er zijn voor studenten en hoe studenten van mijn faculteit de UvA ervaren. Daarnaast is het werken als student-assistent op de UvA fijn, omdat er rekening wordt gehouden met je studieprogramma en studielast.

Voordat ik kwam te werken bij de UvA, kwam ik nauwelijks op de campus. Dit kwam grotendeels doordat ik ben begonnen aan mijn studie tijdens corona en daardoor bijna volledig online les had. Maar ook los van de ‘corona-situatie’ keek ik er niet naar uit om naar de UvA te gaan. Mijn baan op de UvA heeft ervoor gezorgd dat ik een meer vertrouwd gevoel heb bij de UvA dan daarvoor.

Ik raad dan ook iedere student aan om de vacatures voor student-assistenten in de gaten te houden. Er zitten leuke projecten en functies tussen, zelf ben ik ook aan mijn baan gekomen door te solliciteren op een vacature die ik op Canvas had gevonden.

6. Hoe denk je over de etnische diversiteit representatie onder studenten en medewerkers van de UvA en speelde de etnische diversiteit van een universiteit voor jou een rol bij het kiezen van een universiteit? Waarom wel of niet?

Amsterdam staat bekend als de meest multiculturele stad van Nederland. Zelf heb ik Amsterdam ook altijd zo ervaren en daarom houd ik van mijn stad. Je komt altijd mensen tegen van andere culturen, geloofsovertuigingen en huidskleur. Hierdoor valt er veel te leren van elkaar; niet iedereen heeft namelijk dezelfde waarden en normen of hanteert dezelfde leefstijl. Ik ervaar dit als een rijkdom, omdat je in je eigen stad een ‘internationale-ervaring’ kan opdoen. Deze ervaringen gun ik elke student die besluit om in Amsterdam te gaan studeren en wat is een betere plek om deze ervaringen op te doen dan op de campus van jouw eigen universiteit, waar je bijna iedere dag komt. Dit is dan ook één van de redenen waarom etnische diversiteit op een universiteit (in het hartje van Amsterdam) voor mij belangrijk is.

Naast de mooie dingen die je kunt leren van studenten met een andere etnische achtergrond, brengt etnische diversiteit ook andere voordelen met zich mee. Door meer etnische diversiteit zal er minder sprake zijn van etnische minderheden die zich mogelijk ongemakkelijk voelen op hun eigen universiteit. Ik zal een voorbeeld geven om dit te verduidelijken. Ik heb altijd het gevoel dat ik mij moet aanpassen in een kamer vol met witte mensen en dat ik extra moet letten op wat ik zeg, hoe ik mij gedraag en hoe ik mij kleed. Iets wat ook wel ‘(racial) codeswitching’ wordt genoemd; een situatie waarin zwarte mensen zichzelf aanpassen aan de dominerende groep (witte mensen), om op die manier stereotypering te ontwijken en daarmee gemakkelijker hun (professionele) doelen te kunnen behalen (Durkee et al., 2021). Ik word ongemakkelijk van het binnentreden van een collegezaal waar de populatie niet lijkt op hoe ik Amsterdam ken.

Een oud-student van de UvA heeft in 2016 als scriptieonderwerp ‘De invloed van de beleving van etnische diversiteit op het thuisgevoel van studenten aan de UvA’ gekozen (Beerthuis, 2016). Uit de resultaten van zijn onderzoek komt naar voren dat studenten met een niet-Westerse achtergrond de interacties met studenten, professoren, het curriculum, maar ook andere voorzieningen, als negatiever beleven dan studenten met een westerse achtergrond. Dit is een subjectieve beleving, maar in het onderzoek komt duidelijk naar voren dat niet-westerse studenten zich minder thuis voelen op de UvA dan studenten met een Westerse achtergrond (Beerthuis, 2016). Dit werd in het kort verklaard door een minder diverse samenstelling van de populatie op de universiteit, maar ook de eerdergenoemde negatieve interacties. Hier kan ik mij zeker iets bij voorstellen, aangezien wanneer ik in gesprek raak met een zwarte student op de UvA, het eerste gespreksonderwerp meestal de beperkte etnische diversiteit van de UvA is (op een negatieve manier). Terwijl, als ik aan sommige westerse medestudenten vertel dat ik deelneem aan dit interview, zij aangeven dat zij tot dan toe nooit eerder hebben stilgestaan bij de etnische diversiteit van de UvA. Daarnaast zijn er ook wel studenten, zoals een witte collega van mij, die vanuit zichzelf begon over hoe ‘wit’ zij de UvA eigenlijk vindt en hoe ongemakkelijk zij zich daar soms bij kan voelen. Zo gaf ze een voorbeeld waarbij ze een collegezaal binnenliep en alleen maar witte, blonde meiden zag zitten en hierbij een gevoel van schaamte kreeg. Ik ben dus niet de enige die dit gebrek aan diversiteit opvalt en niet alleen onder de studenten, maar helaas ook bij de medewerkers van de UvA. Dit laatste punt sluit weer aan op het belang van jezelf kunnen identificeren met de personen die hun kennis aan jou overdragen (vraag 3).

Gelukkig zet de UvA zich tegenwoordig meer in voor inclusie en kansgelijkheid aan de hand van de ‘Diversiteitsnota 2019Externe link’. Dit vind ik een mooi initiatief en mag van mij ook meer aandacht in de praktijk krijgen. Zo had ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord over de ‘Central Diversity Office’ van de UvA of mentorprogramma’s voor etnische minderheden. Ik kwam achter deze informatie doordat ik aan de hand van dit interview meer onderzoek wilde doen naar hetgeen wat de UvA momenteel doet voor het creëren van meer etnische diversiteit. Ik denk dat het belangrijk is om deze kant van de UvA meer te laten zien, door expliciet aandacht te geven aan onder andere de mentorprogramma’s, tijdens bijvoorbeeld ‘Build your Future’ bijeenkomsten; Open Dagen; een werkgroep; de entreeweek en aan de hand van posters op de campus.

Voor mij was de UvA eerlijk gezegd niet mijn eerste keus, puur vanwege het stigma wat rondom de UvA bestaat: de UvA is de ‘witte’ universiteit van Amsterdam. Dit is een stigma onder etnische minderheden, maar ook onder bepaalde witte jongeren. Zo heeft mijn beste vriendin (etnisch Nederlandse) expliciet niet gekozen voor de UvA vanwege het stigma over de beperkte etnische diversiteit van de UvA. Zelf heb ik uiteindelijk voor de UvA gekozen vanwege het studieprogramma van Pedagogische Wetenschappen, maar dat was dan ook mijn enige reden. Ik heb namelijk een zeer slechte ervaring gehad op het HBO, die ik graag met jullie wil delen, om aan te geven waarom een minder etnisch diverse universiteit mij niet aantrok. Ik heb zoals eerde benoemd twee propedeuses behaald op het HBO: Commerciële economie en Rechten. Mijn eerste klas (van de opleiding Commerciële Economie) bestond voornamelijk uit witte jongens. In deze klas heb ik helaas met studenten, maar ook docenten situaties meegemaakt waarin ik mij heel onprettig voelde en zelfs gediscrimineerd werd. Ik werd gezien als ‘anders’ en ook zo behandeld. Een voorbeeldsituatie: er werd ooit in een werkgroep door een docent gevraagd wat de Nederlandse cultuur inhield. Ik wilde graag mijn mening hierover delen, maar ik werd midden in mijn verhaal afgekapt door de docent: “Ja, maar jij kan niet echt antwoord geven op deze vraag, want jij behoort tot een subgroep. Jij begrijpt heel veel dingen niet. Je gebruikt bijvoorbeeld ook andere producten voor je haar toch? Van die vettige dingen enzo…”. Ik klapte dicht van verbazing, ten eerste: hoe durfde zij mij op die manier aan te spreken en ten tweede: wat had mijn haar hiermee te maken en waarom begon zij hier überhaupt over?! Vervolgens hebben twee van mijn klasgenoten, met wie ik het wel goed kon vinden, aangegeven dat zo’n opmerking niet kan en dat het racistisch is. De hele klas ging hier tegenin en vond het belachelijk dat deze twee studenten dit racistisch noemden en zeiden dat zij zich aanstelden. Er werd zelfs gelachen…Aan het einde van deze les is de docent naar de studenten toegelopen die het voor mij opnamen en de docent heeft aan hen haar excuses aangeboden maar tegen mij heeft de docent nooit een woord gezegd… Dit is maar één voorbeeld van de vele racistische ervaringen die ik dat jaar heb meegemaakt.

Deze ervaring zorgde voor mijn angst om opnieuw in een witte klas terecht te komen en niet alleen deze ervaring zorgde voor deze angst. Ook de verschillende ervaringen die ik op werkplekken, in het dagelijks leven, de basisschool en zelfs met mijn eigen witte familie (van mijn moeders kant) heb meegemaakt, maken dat ik mij vaak ongemakkelijk voel in gezelschappen waar de meerderheid wit is.

Na mijn eerste ontmoeting met mijn mentorklas van de UvA heb ik gehuild, omdat (bijna) iedereen van mijn klas wit was. Blijkbaar had mijn negatieve ervaring op het HBO zo’n grote impact op mij gemaakt, dat ik van streek raakte door de etnische samenstelling van mijn nieuwe mentorklas. Aan de hand van dit voorbeeld hoop ik jullie een beeld te kunnen geven over wat zo’n negatieve ervaring met je kan doen als persoon en wat voor negatieve denkpatronen er kunnen ontstaan uit zo’n situatie, waarin jij je duidelijk een minderheid voelt en ook zo behandeld wordt.

 Graag wil ik aan dit negatieve verhaal ook een positief verhaal toevoegen over mijn ervaring op de HvA; mijn tweede klas op het HBO (-Rechten) was veel gemengder qua etniciteit en sekse, en er was acceptatie en wederzijds begrip voor iedereen. Door deze klas had ik weer een prettige ervaring in het hoger onderwijs.

7. Hoe denk je dat we de UvA diverser kunnen maken in termen van etniciteit?

Dit is een goede, maar ook moeilijke vraag. Ik denk dat er een aantal opties zijn om de UvA aantrekkelijker te maken voor jongeren met verschillende etnische achtergronden. Ten eerste zouden er meer voorlichtingen gegeven kunnen worden op middelbare scholen, waar de meerderheid van de leerlingen een niet-westerse achtergrond heeft. Ook lijkt het mij van belang om de voorlichting op deze scholen te laten geven door studenten met verschillende culturele achtergronden. Hierdoor kunnen middelbare scholieren zich identificeren met de studenten van de UvA. Ten tweede zou er meer reclame gemaakt kunnen worden voor de programma’s die de UvA nu al aanbiedt rondom etnische diversiteit. Ten derde zou de UvA expliciet kunnen stilstaan bij maanden zoals Black History Month en Black Achievement Month. Zo zou er tijdens die maanden bepaalde discussies, symposia en activiteiten kunnen plaatsvinden, georganiseerd vanuit de UvA. Op die manier zou ik mij als zwarte student van de UvA meer gezien voelen. Ook de folders en programma’s van deze maanden kunnen uitgedeeld worden op de campus. Op die manier kan de UvA op een  meer  opvallende manier duidelijk maken dat zij etnische diversiteit belangrijk vindt en bij het thema diversiteit wil en durftn stil te staan. Nu is dit niet voor alle studenten even bekend; zo wist ik zelf (als onderdeel van een etnische minderheidsgroep) niet af van de diversiteitsnota, voordat ik aan dit interview deelnam. Ten derde zou de UvA docenten en onderzoekers met een diverse etnische achtergrond meer naar voren kunnen laten treden, of in het zonnetje kunnen zetten, zodat potentiële studenten zich kunnen identificeren met UvA- docenten met een verschillende etnische achtergrond.

Kort samengevat lijkt het mij van belang dat de UvA vaker en meer openbaar stilstaat bij het bevorderen van etnische diversiteit op de UvA zelf. Zodat alle studenten op de UvA, ongeacht hun etnische achtergrond, zich thuis kunnen voelen. Op die manier zou de UvA mogelijk meer etnisch diverse studenten aantrekken en daarmee ook makkelijker van het stigma ‘witte universiteit’ afkomen.

Voor meer informatie over de Black Achievement Month in Nederland zie: www.blackachievementmonth.nlExterne link.

De link naar de documentaire van ‘Ik alleen in de klas’: https://www.2doc.nl/documentaires/2017/05/ik-alleen-in-de-klas.htmlExterne link

Durkee, M. I., Smith, R. E., Robotham, K. J., & Lee, S. S. L. (2021). To be, or not to be. . .Black: The effects of racial codeswitching on perceived professionalism in the workplace. Journal of Experimental Social Psychology, 97, 104199. https://doi.org/10.1016/j.jesp.2021.104199Externe link

Beerthuis, S. (2016). Are we UvA? : Een onderzoek naar de invloed van de beleving van etnische diversiteit op het thuisgevoel van studenten aan de Universiteit van Amsterdam. aswjournal. https://aswjournal.nl/wp-content/uploads/2016/10/BachelorscriptieASW_Sharda_Beerthuis.pdf (pdf)

https://www.2doc.nl/documentaires/2017/05/ik-alleen-in-de-klas.htmlExterne link

Durkee, M. I., Smith, R. E., Robotham, K. J., & Lee, S. S. L. (2021). To be, or not to be... Black: The effects of racial codeswitching on perceived professionalism in the workplace. Journal of Experimental Social Psychology, 97, 104199. https://doi.org/10.1016/j.jesp.2021.104199Externe link

Foto: Seyna in Dakar, Senegal (zomer 2022), fotograaf: @Sheiraf_photographeExterne link