Roeterseilandcampus - Gebouw G, Straat: Nieuwe Achtergracht 129-B, Ruimte: GS.08. Vanwege beperkte zaalcapaciteit is deelname op basis van wie het eerst komt, het eerst maalt. Leraren moeten zich hieraan houden.
Achtergrond: Borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) wordt onder andere gekenmerkt door een pervasief patroon van moeite met interpersoonlijke relaties en een verhoogde mate van hostiliteit. Deze verhoogde mate van hostiliteit zou de therapeutische relatie kunnen ondermijnen. Dit onderzoek richtte zich op de invloed van hostiliteit bij cliënten met BPS op de vroege therapeutische relatie (therapeutische alliantie en therapeutische gehechtheid, bestaande uit angstige en vermijdende hechting) en de ontwikkeling van deze gedurende behandeling.
Methode: De steekproef voor dit onderzoek bestond uit 178 participanten (eerste meetmoment) die gedurende twee jaar een evidence-based behandeling (Dialectische Gedragstherapie of Schematherapie) ontvingen. Therapeutische alliantie werd gemeten middels de Working Alliance Inventory-Short, therapeutische gehechtheid via de Experience in Close Relationships-Relationship Structures Questionnaire en hostiliteit met de hostiliteit schaal van de Brief Symptom Inventory. Informatie werd verzameld tijdens vijf meetmomenten (voormeting en metingen na zes, 12, 18, en 24 maanden). Middels drie multilevel analyses werd de invloed van hostiliteit onderzocht op therapeutische alliantie, angstige en vermijdende hechting.
Resultaten: Zowel voor therapeutische alliantie als de therapeutische hechting (angstig en vermijdend) bleken significant te verbeteren gedurende de BPS behandeling. Verder komt geen significante relatie naar voren tussen de twee aspecten van de vroege therapeutische relatie en hostiliteit of de interactie tussen hostiliteit en de veranderingen in de twee aspecten van de therapeutische relatie over tijd.
Conclusie: De bevindingen suggereren dat hostiliteit geen invloed heeft op de vroege therapeutische relatie of op de ontwikkeling ervan over tijd voor cliënten met BPS die een evidence-based behandeling (DGT of ST) volgen, echter vervolgonderzoek is wenselijk.