Roeterseilandcampus - Gebouw C, Straat: Nieuwe Achtergracht 129-B, Ruimte: GS.08. Vanwege beperkte zaalcapaciteit is deelname op basis van wie het eerst komt, het eerst maalt. Leraren moeten zich hieraan houden.
Cliënten met een kindertijd-gerelateerde posttraumatische stresstoornis (ch-PTSS) worstelen vaak met complexe problematiek en een traumabehandeling als Eye Movement Desensitization and Reprocessing Therapy (EMDR) lijkt bij deze groep niet altijd toereikend. PTSS-symptomen als intrusies, verhoogde mate van arousal en negatieve cognities kunnen na een regulier EMDR-traject aanwezig blijven. Omdat de mate van arousal een belangrijke voorspeller is voor ervaren kwaliteit van leven, is in deze studie specifiek gekeken naar factoren die mogelijk voorspellend zijn voor verandering op arousal-niveau na een EMDR-traject. Onderzocht is hierbij de rol van de mate van aangeleerde hulpeloosheid, emotievermijding en schuldgevoelens. Resultaten suggereren dat alleen de mate van emotievermijding een (klein) effect uitoefent op de afname van arousal. De mate van aangeleerde hulpeloosheid en schuldgevoelens lijken geen invloed te hebben op arousal-niveau na EMDR. Gezien de meer complexe problematiek en het lagere succespercentage bij EMDR onder mensen met specifiek kindertijd-gerelateerde PTSS, is onderzoek naar voorspellende factoren van effectiviteit van EMDR zeer wenselijk. Nieuwe inzichten in voorspellers van effectiviteit kunnen therapeuten ondersteunen in de klinische praktijk, bijvoorbeeld door implementatie van methoden gericht op stabilisering voorafgaand aan EMDR.